reliëf van Icarus boven de desolate boedelkamer

Wat stelt de afbeelding voor?
Je ziet een stuk uit het verhaal van Daidalos en Icarus afgebeeld.
Het verhaal gaat zo:
Icarus en zijn vader Daidalos woonden op het eiland Kreta, in gevangenschap. Omdat Daidalos voor koning Minos het labyrint had ontworpen en daar dus de weg kende, mocht Daidalos van koning Minos het eiland niet meer verlaten. Daidalos wilde zo graag terug naar zijn vaderland dat hij een plannetje bedacht. Met was en veren maakte hij 2 paar vleugels, waarmee hij en zijn zoon Icarus weg konden vliegen. Voor ze vertrekken wordt Icarus door zijn vader gewaarschuwd: hij mag niet te dicht bij de zon vliegen, want dan smelt de was waarmee de vleugels gemaakt zijn en vatten de veren vlam. Tijdens de vlucht wordt Icarus te overmoedig en hij gaat toch, tegen de wil van zijn vader in, steeds hoger vliegen. Uiteindelijk vliegt Icarus zo hoog dat de was van zijn vleugels smelt. Icarus verliest zijn veren en stort in de zee.

Welk deel van het verhaal is afgebeeld?

Centraal op de afbeelding staat Icarus die uit de hemel valt. Rechtsboven zie je de zonnestralen die met hun hitte ervoor zorgen dat de was smelt. Om Icarus heen zie je veren dwarrelen die uit zijn vleugels zijn losgekomen. Linksonder zie je op de achtergrond de vader van Icarus (Daidalos) vliegen.

Waar bevindt zich de afbeelding?

De afbeelding is te vinden boven de ingang naar de desolate boedelkamer.
De commissarissen die in deze kamer zetelden verklaarden mensen failliet en zorgden ervoor dat er tussen de schuldeisers en de personen die failliet gingen overeenstemming bereikt kon worden.
(weetje: ook Rembrand is in deze kamer failliet verklaard)

Waarom bevindt de afbeelding zich op die plek?

Icarus lijkt de hoogmoed te symboliseren. (de hoogmoed komt voor de val.) Ondernemers hoger willen vliegen dan ze kunnen (lees: meer geld willen uitgeven dan ze hebben) vallen naar beneden en worden in de desolate boedelkamer failliet verklaard. De afbeelding van Icarus geeft dus aan wat (en wie)zich in de kamer achter de deur bevindt, maar lijkt ook een waarschuwing voor iedereen die langs deze afbeelding loopt.

(Toen het paleis nog een stadhuis was mocht iedereen de burgerzaal binnenlopen. Iedereen kon dus ook door de gallerijen lopen waar de meeste afbeeldingen zich ook bevinden. Die zelfde mensen mochten zelfs de vertrekken binnenlopen, als ze niet in gebruik waren! Vandaar hou ik er rekening mee dat elke afbeelding niet alleen bekeken werd door de personen die daar echt moesten zijn (in dit geval dus de mensen die failliet waren), maar ook door 'de gewone mensen' die, bij wijze van spreken, even kwamen schuilen in het stadhuis. )