zaterdag 30 januari 2010

Ik heb net een paar verbeteringen aangebracht en aanvullingen in het stuk over de drakenvijver, ik heb het bij de reacties geplaatst bij het bericht van de drakenvijver waar ik ongeveer 15 minuten mee bezig geweest ben

tijdsoverzicht

deze week heb ik 317 minuten aan pws gewerkt, zo'n 5 uur en 17 minuten. ik weet niet of komende week veel zal verschijnen op de blog vanwege de toetsweek.
In het stukje van de geschiedenis van Frankrijk heb ik de volgende deelvragen beantwoord:
- wat was de politieke situatie
- wat was de economische situatie
- kunst en het doel ervan
- maatschappelijke situatie

misschien moeten deze nog specifieker worden uitgewerkt, maar ik vind zelf dat het wel al een goed beeld geeft van de situatie in Frankrijk. Met de verbeterde versie ben ik ongeveer 3 kwartier bezig geweest.

verbeterde versie

GESCHIEDENIS VAN FRANKRIJK IN DE 17e EEUW

In Frankrijk tijdens de 17e eeuw was de koning de belangrijkste persoon van het hele land, zeker in de tweede helft van de 17e eeuw waar koning Lodewijk XIV zich gedroeg als een god op aarde. De Franse taal werd in de 17e eeuw gezien als de taal die de meeste beschaving uitstraalde, veel Europese hoven en edelen spraken en schreven Frans, ook veel handelaren en kooplieden waardoor de internationale handel werd vermakkelijkt.
In de 17e eeuw werd er in Frankrijk geregeerd via het ancien regime, de koning was een absolutistische vorst. De koning regeerde, zo kwam bijvoorbeeld de Staten-Generaal maar één keer in de hele 17e eeuw bijeen. De koningen in de 17e eeuw waren Henry V, Lodewijk XIII en Lodewijk XIV, vaak werden ze politiek ondersteund door een kardinaal of door hun moeder tot ze oud genoeg waren om zelf de macht op zich te nemen. Het absolutisme begon bij Lodewijk XIII, maar Lodewijk XIV regeerde als een ware absolute vorst. Tijdens de 17e eeuw ontstonden er ook ontevredenheden onder het volk, maar deze kwamen nooit in opstand tegen de koning. Het volk dacht namelijk dat de koning het advies had opgevolgd van een slechte adviseurs of informanten, de koning was in de ogen van het volk een echte held.

Tijdens Lodewijk XIII
Tijdens de eerste helft van de 17e eeuw kwam koning Lodewijk XIII in 1610 aan de macht op acht jarige leeftijd na de moord op zijn vader Henry V. Aangezien Lodewijk toen nog minderjarig was regeerde zijn moeder Maria de’ Medici in zijn plaats.
In 1614 kwamen de Staten-Generaal bijeen, waarin de adel, geestelijkheid en de stedelijke burgerij, de drie standen werden vertegenwoordigd. De adel kreeg alle hoge functies in handen en hadden een hoop rechten, net als de geestelijkheid, de derde stand, de burgers hadden vooral plichten. De derde stand had geen politieke macht, ze moesten belasting betalen, inkomsten afstaan aan de koning, de boeren moesten een deel hun oogst afstaan, extra geld betalen op zout, tabak, wijn en op de geboorte van een kind. In de vergadering had iedere stand één stem, aangezien de adel en de geestelijkheid het met elkaar eens waren, verloor de derde stand, die het grootst was, altijd. Hierdoor voelde de derde stand zich achtergesteld in de standenmaatschappij. Tijdens de bijeenkomst van de Staten-Generaal in 1614 deed het gewone volk een voorstel om de koning superieur te maken aan de paus. Dit voorstel werd verworpen door de adel en de geestelijkheid, waarschijnlijk omdat de geestelijken zich niet wilden keren tegen de belangrijkste persoon in het rooms-katholicisme en de adel wilde de macht van de koning niet verder uitbreiden. De koning zelf zag hier wel iets in. Dit kan gezien worden als het begin van het absolutisme.
Na zijn moeder en goede vriend hertog van Luynes nam kardinaal Richelieu de politieke verantwoordelijkheden van Lodewijk op zich in 1621. Kardinaal Richelieu werkte toe naar een groots koninkrijk met een grote koning, kardinaal Richelieu werd gezien als de grondlegger van het absolutisme. Het belangrijkste van wat kardinaal Richelieu heeft gedaan is het beleg van de stad La Rochelle, na een jaar gaven de Hugenoten, de franse protestanten zich over. Velen van hen waren gestorven aan een hongersdood, de stad raakte haar privileges kwijt en het werd streng katholiek. Lodewijk XIV trok het Edict van Nantes terug, hierin stond dat de franse protestanten, de hugenoten de vrijheid kregen om hun geloof te uiten, door het intrekken verloren zij deze vrijheid en vertrokken naar de Republiek waar ze ten opzichte van geloof toleranter waren dan het katholieke Frankrijk. De Franse Hugenoten leverden een bijdrage aan de Gouden Eeuw in de Republiek met hun handelscontacten en kennis. Richelieu legde beslag op de stad omdat deze al eerder in opstand waren gekomen tegen het katholieke Frankrijk en zijn koning omdat ze vrijheid van godsdienst wilden, maar de voornaamste reden was de steun die de stad gaf aan Engeland tijdens de Oorlog tussen Frankrijk en Engeland.
Tijdens Lodewijk XIV
Lodewijk XIII trouwde in 1615 toen hij meerderjarig was verklaard met de dochter van de Spaanse koning Anna van Oostenrijk, hoewel het een politiek huwelijk was kregen ze uiteindelijk toch twee zonen, Lodewijk XIV en Filip. Koning Lodewijk XIII stierf in 1643 aan de ziekte Tuberculose waarna zijn oudste zoon Lodewijk XIV hem opvolgde als koning. Ook Lodewijk XIV was nog een klein jongetje, nog jonger dan zijn vader toen hij aan de macht kwam, hij was toen vijf jaar oud. Net als bij zijn vader nam zijn moeder zijn politieke verantwoordelijkheden op haar als regentes tot hij oud genoeg was om zelf de macht op zich te nemen, dit gebeurde in 1661. Koning Lodewijk XIV regeerde als een absoluut vorst en volgens het droit divin. Een absoluut vorst is een vorst die boven alle wetten staat en wie belangrijker is dan ieder ander. Lodewijk geloofde dat hij door god naar de aarde was gestuurd om over Frankrijk te heersen, hij regeerde in opdracht van god, dit was de voornaamste gedachte achter het droit divin. Lodewijk XIV gaf zichzelf de titel le Roi soleil, de Zonnekoning, deels door het opgevoerde toneelstuk, La roi danse. Hierin speelde Lodewijk XIV als dertien jarig jongetje de zon waarin hij als het goede werd afgebeeld, het licht dat het slechte, het donkere verjoeg. Zo komt Lodewijk XIV aan zijn bijnaam van de zonnekoning, maar tijdens de 17e eeuw dacht men dat de zon het centrum van het universum was, aangezien de koning het middelpunt van het land was, kan ook dit een reden geweest zijn voor zijn bijnaam, aangezien Lodewijk heel veel interesse toonde voor kunst, muziek, toneel en het goddelijke vergelijkt hij zichzelf als koning vaak met de zonnegod Apollo.

Beperken macht adel
Lodewijk XIV was zeer machtig, hij wilde wat dan ook zijn macht behouden. Hij sloeg alle opstanden neer en alles wat neigde naar een democratie. Omdat hij met eigen ogen had gezien wat het betekende wanneer de adel in opstand kwam tegen de koning wilde hij koste wat kost zijn macht behouden en hij wilde de macht van de edelen verminderen om zichzelf en de overheid zo te beschermen.
Koning Lodewijk deed dit door middel van de edelen uit te nodigen op het paleis, soms door hen te lokken met een of andere titel. De koning had strenge en ingewikkelde regels bedacht om de etiquette waar de edelen zich aan moesten houden nog complexer te maken dan het voorheen was. Lodewijk bouwde het systeem van etiquette uit om de macht van de adel in te perken. Hoe dichter je in de buurt mocht komen van de koning als edelman hoe belangrijker je was, het belangrijkste evenement was het opstaan van de koning. De adel was afhankelijk van de koning voor hun sociale positie en prestige, iemand die een rol van betekenis wilde moest zich onderwerpen aan de wil van de koning.
Sommige van de edelen werden toegelaten tot de Koninklijke vertrekken, dit was dan een hele eer voor hen. Om alle formele zaken, zoals begroetingen te omzeilen organiseerde Lodewijk de Dagen van het Appartement. Hier konden de hovelingen drie keer per week 's avonds in het appartement zich vermaken, de koning liep er zelf ook rond. De hovelingen moesten niet meer uitleggen wie ze waren, welke titel ze bezaten, waarom ze daar waren, etc. De hovelingen werden op avonden zoals deze bezig gehouden met een buffet, een muziek of dans voorstelling, er waren speeltafels aanwezig dus ze konden ook gokken. Dit deed Lodewijk expres, want als de edelen aan het gokken waren, was de kans dat ze geld verloren erg groot waardoor ze minder machtig werden. Wanneer je als edelman werd uitgenodigd was je gedwongen om op de Koninklijke gunst te reageren, anders kon je voor de rechtbank verschijnen. De adel werd dus gedwongen om te verblijven in Versailles, op dat moment verloor de adel zijn vrijheid, ze waren onder toeziend oog van de koning en de koning kreeg de adel langzamerhand achter zich.
Een andere manier die de koning had ondervonden om de macht van de adel in te perken was in plaats van edelen te benoemen tot ministers, benoemde hij burgers. De edelen waren al rijk genoeg van zichzelf en kregen niet uitbetaald voor het vervullen van de functie als minister. Omdat de adel niet betaald kreeg luisterden ze niet altijd naar Lodewijk XIV en de koning Lodewijk wilde alleen mensen die hem aanbaden en gehoorzaamden. Een burger die tot minster was benoemd gehoorzaamden de koning omdat hij anders zijn goed betalende baan kwijt zou raken. Lodewijk had de regering al in Versailles gevestigd, waardoor het voor hem nog makkelijker werd om deze te controleren.

Invloed uitdrukken via kunst
Lodewijk XIV gebruikte de kunst om zijn grip op het land te versterken met behulp van de classicistische barok, deze stijl werd ook wel
Style Louis XIV genoemd, vernoemd naar de opdrachtgever, Lodewijk XIV. Het hof van Versailles werd op gebied van toneel, dans en opera het culturele hart van europa. Kunstwerken dienden ervoor om de goddelijke status van Lodewijk XIV te bevestigen en zijn aanwezigheid over het land te verspreiden. De Koninklijke Academie van Schilder- en beeldhouwkunst is opgericht onder de moeder van koning Lodewijk XIV, Anna van Oostenrijk in 1648 door een groep schilders waar Philippe de Champaige, Sebastien Bourdon en Charles Le Brun tot behoorden. Het doel van de academie was de invloed van de kunstenaars die niet behoorden tot het Sint Lucasgilde te vergroten. In 1663 bracht de minister van Financiën Jean-Baptiste Colbert onder Lodewijk XIV, de kunstenaars van de academie onder staatscontrole. Het was voor Lodewijk XIV belangrijk dat hij de kunst kon controleren, zodat er geen onconventionele ideeën verspreidt konden worden via de kunst die hem de macht zouden kunnen belemmeren.
Jean-Baptiste Colbert benoemde Charles Le Brun, tot directeur van de Koninklijke Academie voor Schilder- en Beeldhouwkunst en de Gobelin-Fabriek. Charles Le Brun was vooral de favoriete schilder van koning Lodewijk XIV. Charles le Brun kreeg de artistieke leiding over de bouw en inrichting van paleis Versailles. Hij bracht in Parijs een groot aantal werkplaatsen samen onder in het fabriekscomplex van Gobelin. Daar werden alle kunst voorwerpen en gebruiksvoorwerpen voor het paleis vervaardigd. Deze producten zijn ook de belangrijkste Franse exportproducten. Velen wilden dezelfde rijkdom en uitstraling die Versailles had imiteren. Een voorbeeld van zo’n fabriekscomplex waar Charles Le Brun de leiding over had was de Manufacture Royale des Gobelins. Lodewijk XIV kocht de ververij van Philibert Gobelin in 1662 en maakte er een weverij voor wandtapijten in, deze werkplaats maakte meer dan drie eeuwen prachtige wandtapijten onder de naam Gobelins. De wandtapijten waren zo bekend dat een willekeurig wandtapijt de naam Gobelin meekreeg, ook al was het niet in de Koninklijke weverij gemaakt. Voor de overige meubels werd in 1667 de Manufacture royale des Meubles de la Couronne opgericht. Paleis Versailles werd ingericht door de meubelmakers, edelsmeden en mozaïekmakers die werknemers waren bij de Manufacture royale des Meubles de la Couronne. Deze fabriek maakte ook veel luxegoederen voor de export, maar toch was het belangrijkste functie van de fabriek om de inrichting van Paleis Versailles te verzorgen.
Lodewijk XIV hing het hele paleis vol met kunst. De meeste kunstwerken worden in opdracht gemaakt voor Lodewijk XIV door de academisten, leden van de Koninklijke Academie voor de Schilder- en Beeldhouwkunst. De kunstenaars wilden tonen dat ze veel van het Griekse en Romeinse verhalengoed af wisten, ze wilden hun kennis laten zien. Portretten van Lodewijk XIV moesten worden gerespecteerd door het volk alsof het de koning in eigen persoon was die voor hun hing. Het volk moest hun hoed afnemen, een buiging maken en zwijgen, ze mochten niet hun rug naar het schilderij toekeren, want dit zou onrespectvol zijn. Vaak werd Lodewijk XIV afgebeeld als de oppergod Jupiter of de zonnegod Apollo, dit zou ook weer het droit divin, het goddelijke recht van de koning om het land te regeren benadrukken. Koning Lodewijk gebruikte de portretten waarin werd verwezen naar een god als publiciteit voor zichzelf, om te benadrukken hoe groots hij was. Het doel van Lodewijk XIV was om duidelijk te maken hoe machtig en groots hij was.

Economisch beleid
Toen Lodewijk XIII nog minderjarig was maakten vele leden van de regering misbruik van hun macht, ze stalen geld uit de schatkist van Frankrijk waardoor Frankrijk werd opgezadeld met een hoge staatsschuld. Hiervoor had Jean-Baptiste Colbert, de minister van financiën onder Lodewijk XIV een manier ontwikkeld om de inkomsten van de overheid te vergroten, het mercantilisme.
Het mercantilisme is een manier van de regering om de handel te bevorderen, vooral om de positie van het handelende land te verbeteren. Het mercantilisme houdt in dat er meer goederen en diensten moeten worden geëxporteerd dan er goederen en diensten worden geïmporteerd. Frankrijk voerde in de 17e eeuw dit beleid uit, het was voor andere landen moeilijker om goederen te verkopen aan Frankrijk. De belangrijkste maatregel was dat er invoerrechten werden geheven om de buitenlandse handel te bemoeilijken. Het mercantilisme moest ervoor zorgen dat de staatsschuld van de vorige regering werd verminderd, die ondertussen al was opgelopen tot 110 miljoen Franse Franc.
Jean-Baptiste Colbert, de Minister van Financiën onder koning Lodewijk XIV ontwikkelde een speciale vorm van het mercantilisme, het colbertisme. Het colbertisme gold in Frankrijk van 1665 tot 1683 waarbij er veel aandacht werd gegeven aan de ontwikkeling van industrie en handel, er werd echter weinig aandacht geschonken aan de landbouw. Omdat het mercantilisme zich niet bezig hield met de boeren, voelden deze zich verwaarloosd. Aangezien 80% van de bevolking in de landbouw als boeren werkten, was het niet geheel onverwacht dat deze op een gegeven moment in opstand zou komen. Het was in de 17e eeuw zwaar voor deze mensen, de boeren moesten veel belasting betalen, het maakte niet uit of ze een goede of slechte oogst hadden gemaakt, wanneer er een slechte oogst was kon dit ervoor zorgen dat velen stierven aan een hongerdood. Van 1649 waren er drie opvolgende jaren een slechte oogst.
De boeren kwamen vaak in opstand tegen de regering of ze joegen de belastinginner het dorp uit met hooivorken. De aanleiding voor de boerenopstanden was de grote ontevredenheid, voornamelijk over de te betalen belastingen. Maar de opstandelingen waren niet boos op de koning, ze dachten dat hij slechte informanten had.

Einde van Versailles als machtcentrum:
Het uitbreken van de Franse Revolutie in 1789 onder koning Lodewijk XVI maakte een eind aan de macht van Versailles. Versailles was ondertussen de hoofdstad van Frankrijk geworden omdat in het paleis van Versailles het regeringscentrum was gevestigd. Tijdens de Franse Revolutie moest Lodewijk XVI samen met de koninklijk familie vluchten uit Versailles naar Parijs waar hij en Marie-Antoinette werden onthoofd. Hiermee kwam ook een einde aan de monarchie en ontstond er in Frankrijk een republiek, Versailles verloor de status van belangrijkste stad van Frankrijk.

maandag 25 januari 2010

met het gedeelte van de geschiedenis van Frankrijk ben ik een uur bezig geweest om er een geheel van te maken

Geschiedenis van Franrkijk

GESCHIEDENIS VAN FRANKRIJK IN DE 17e EEUW

In Frankrijk tijdens de 17e eeuw was de koning de belangrijkste persoon van het hele land, dit vond de koning zelf ook. De Franse taal werd in de 17e eeuw gezien als een belangrijkste taal. Veel Europese hoven en de adel werd Frans gesproken en geschreven. Vele handelaren en belangrijke kooplieden spraken Frans, dit vergemakkelijkte de internationale handel, maar het was ook een kenmerk van beschaving. In de 17e eeuw werd er in Frankrijk geregeerd via het ancien regime, de koning was een absolutistische vorst. De koning regeerde, zo kwam bijvoorbeeld de Staten-Generaal maar één keer in de hele 17e eeuw bijeen om te bespreken hoe geweldig de koning was. Koning in de 17e eeuw waren Henry V, Lodewijk XIII en Lodewijk XIV, vaak werden ze politiek ondersteund door een kardinaal of hun moeder tot ze oud genoeg waren om zelf de macht op zich te nemen. Het absolutisme begon bij Lodewijk XIII, maar bij Lodewijk XIV was het wel op zijn hoogtepunt. Tijdens de 17e eeuw ontstonden er ook ontevredenheden onder het volk, maar deze kwamen nooit in opstand tegen de koning. Het volk dacht namelijk dat de koning het advies had opgevolgd van een slechte adviseur of informant, de koning was in de ogen van het volk een echte held.

Tijdens Lodewijk XIII

Tijdens de eerste helft van de 17e eeuw kwam koning Lodewijk XIII in 1610 aan de macht op acht jarige leeftijd. Aangezien Lodewijk toen nog minderjarig was regeerde zijn moeder Maria de’ Medici in zijn plaats.

In 1614 kwamen de Staten-Generaal bijeen, soort parlement waarin de adel, geestelijkheid en de stedelijke burgerij, de drie standen werden vertegenwoordigd. De adel kreeg alle hoge functies in handen en hadden een hoop rechten, net als de geestelijkheid, de derde stand, de gewone burger had vooral plichten. De derde stand had geen politieke macht, ze moesten belasting betalen, inkomsten afstaan aan de koning, de boeren moesten een deel hun oogst afstaan, extra geld betalen op zout, tabak, wijn en op de geboorte van een kind. In de vergadering had iedere stand één stem, aangezien de adel en de geestelijkheid het met elkaar eens waren, verloor de derde stand, die het grootst was altijd. Hierdoor voelde de derde stand zich achtergesteld in de standenmaatschappij. Tijdens de bijeenkomst van de Staten-Generaal in 1614 deed het gewone volk een voorstel om de koning superieur te maken aan de paus, de koning werd zo belangrijker dan de paus. Dit voorstel werd verworpen door de adel en de geestelijkheid, maar koning Lodewijk zag hier wel iets in. Dit kan gezien worden als het begin van het absolutisme.

Na zijn moeder en goede vriend hertog van Luynes nam kardinaal Richelieu de politieke verantwoordelijkheden van Lodewijk op zich in 1621. Kardinaal Richelieu werkte toe naar een groots koninkrijk met een grote koning, kardinaal Richelieu werd gezien als de grondlegger van het absolutisme. Het belangrijkste van wat kardinaal Richelieu heeft gedaan is het beleg van de stad La Rochelle, na een jaar gaven de Hugenoten, de franse protestanten zich over. Velen van hen waren gestorven aan een hongersdood, de stad raakte haar privileges kwijt en het werd streng katholiek. Lodewijk XIV trok het Edict van Nantes terug, hierin stond dat de franse protestanten, de hugenoten de vrijheid kregen om hun geloof te uiten, door het intrekken verloren zij deze vrijheid en vertrokken naar de Republiek waar ze ten opzichte van geloof toleranter waren dan het katholieke Frankrijk. De Franse Hugenoten leverden een bijdrage aan de Gouden Eeuw in de Republiek met hun handelscontacten en kennis. Richelieu legde beslag op de stad omdat deze al eerder in opstand waren gekomen tegen het katholieke Frankrijk en zijn koning omdat ze vrijheid van godsdienst wilden, maar de voornaamste reden was de steun die de stad gaf aan Engeland tijdens de Oorlog tussen Frankrijk en Engeland.

Tijdens Lodewijk XIV

Lodewijk trouwde in 1615 toen hij meerderjarig was verklaard met de dochter van de Spaanse koning Anna van Oostenrijk, hoewel het een politiek huwelijk was kregen ze uiteindelijk toch twee zonen, Lodewijk XIV en Filip. Koning Lodewijk XIII stierf in 1643 aan de ziekte Tuberculose waarna zijn oudste zoon Lodewijk XIV hem opvolgde als koning. Ook Lodewijk XIV was nog een klein jongetje, nog jonger dan zijn vader toen hij aan de macht kwam, hij was toen vijf jaar oud. Net als bij zijn vader nam zijn moeder zijn politieke verantwoordelijkheden op haar als regentes tot hij oud genoeg was om zelf de macht op zich te nemen, dit gebeurde in 1661. Koning Lodewijk XIV regeerde als een absoluut vorst en het droit divin. Een absoluut vorst is een vorst die boven alle wetten staat en die kon doen wat hij maar wilde. Het droit divin, Lodewijk geloofde dat hij door god naar de aarde was gestuurd om over Frankrijk te heersen, hij regeerde in opdracht van god. Lodewijk XIV gaf zichzelf de titel le Roi soleil, de Zonnekoning. Tijdens de 17e eeuw dacht men dat de zon het centrum van het universum was, Lodewijk was het stralende middelpunt van Frankrijk.

Beperken macht adel

Lodewijk XIV was zeer machtig, en wilde dit ook graag zo houden, hij sloeg alle opstanden neer en alles wat neigde naar een democratie, hij hield de macht van de adel zo klein mogelijk. Omdat hij met eigen ogen had gezien wat het betekende wanneer de adel in opstand kwam tegen de koning. Lodewijk XIV wilde koste wat kost zijn macht behouden en hij wilde de macht van de edelen verminderen om zichzelf en de overheid zo te beschermen.

Koning Lodewijk deed dit door middel van de edelen uit te nodigen op het paleis, soms door hen te lokken met een of andere titel. De koning had strenge en ingewikkelde regels bedacht en er was een etiquette waar de edelen zich aan moesten houden, waardoor zowat alles op een ritueel begon te lijken. Lodewijk bouwde het systeem van etiquette uit om de macht van de adel in te perken. Hoe dichter je in de buurt mocht komen van de koning als edelman hoe belangrijker je was, het belangrijkste evenement was het opstaan van de koning. De adel was afhankelijk van de koning voor hun sociale positie en prestige, iemand die een rol van betekenis wilde moest zich onderwerpen aan de wil van de koning.

Sommige van de edelen werden toegelaten tot de Koninklijke vertrekken, dit was dan een hele eer. Om alle formele zaken, zoals begroetingen te omzeilen organiseerde Lodewijk de Dagen van het Appartement. Hier konden de hovelingen drie keer per week 's avonds in het appartement zich vermaken, de koning liep er zelf ook rond. De hovelingen moesten niet meer uitleggen wie ze waren, welke titel ze bezaten, waarom ze daar waren, etc. De hovelingen werden op avonden zoals deze bezig gehouden met een buffet, een muziek of dans voorstelling, er waren speeltafels aanwezig dus ze konden ook gokken. Dit deed Lodewijk expres, want als de edelen aan het gokken waren, was de kans dat ze geld verloren erg groot waardoor ze minder machtig werden. Wanneer je als edelman werd uitgenodigd was je gedwongen om op de Koninklijke gunst te reageren, anders kon je voor de rechtbank verschijnen. De adel werd dus gedwongen om te verblijven in Versailles, op dat moment verloor de adel zijn vrijheid, ze waren onder toeziend oog van de koning en de koning kreeg de adel langzamerhand achter zich.

Een andere manier die de koning had ondervonden om de macht van de adel in te perken was in plaats van edelen te benoemen tot ministers, benoemde hij burgers. De edelen waren al rijk genoeg van zichzelf en kregen niet uitbetaald voor het vervullen van de functie van minister. Omdat de adel niet betaald kreeg luisterden ze niet altijd naar Lodewijk XIV en de koning Lodewijk wilde alleen mensen die hem aanbaden en gehoorzaamden. Een burger die tot minster was benoemd gehoorzaamden de koning omdat hij anders zijn goed betalende baan kwijt zou raken. Lodewijk had de regering al in Versailles gevestigd, waardoor het voor hem nog makkelijker werd om deze te controleren.

Invloed uitdrukken via kunst

Lodewijk XIV gebruikte de kunst om zijn grip op het land te versterken met behulp van de classicistische barok, deze stijl werd ook wel Style Louix XIV genoemd, vernoemd naar de opdrachtgever, Lodewijk XIV. Het hof van Versailles werd op gebied van toneel, dans en opera het culturele hart van europa. Kunstwerken dienden ervoor om de goddelijke status van Lodewijk XIV te bevestigen en zijn aanwezigheid over het land te verspreiden. De Koninklijke Academie van Schilder- en beeldhouwkunst is opgericht onder de moeder van koning Lodewijk XIV, Anna van Oostenrijk in 1648 door een groep schilders met onder andere Philippe de Champaige, Sebastien Bourdon en Charles Le Brun. Het doel van de academie was de invloed van de kunstenaars die niet behoorden tot het Sint Lucasgilde te vergroten. In 1663 bracht de minister van Financiën en de grote regelaar onder Lodewijk XIV, Jean-Baptiste Colbert de kunstenaars van de academie onder staatscontrole. Het was voor Lodewijk XIV belangrijk dat hij de kunst kon controleren, zodat er geen onconventionele ideeën verspreidt konden worden via de kunst die hem de macht zouden kunnen belemmeren.

Jean-Baptiste Colbert benoemde Charles Le Brun, tot directeur van de Koninklijke Academie voor Schilder- en Beeldhouwkunst en de Gobelin-Fabriek. Charles Le Brun was vooral de favoriete schilder van koning Lodewijk XIV. Charles le Brun kreeg de artistieke leiding over de bouw en inrichting van paleis Versailles. Hij bracht in Parijs een groot aantal werkplaatsen samen onder in het fabriekscomplex van Gobelin. Daar werden alle kunstvoorwerpen en gebruiksvoorwerpen voor het paleis vervaardigd. Deze producten zijn ook de belangrijkste franse exportproducten. Velen wilden dezelfde rijkdom en uitstraling die Versailles imiteren. Een voorbeeld van zo’n fabriekscomplex is de Manufacture Royale des Gobelins Lodewijk XIV kocht de ververij van Philibert Gobelin en maakte een weverij voor wandtapijten in 1662. Deze werkplaats maakte meer dan drie eeuwen prachtige wandtapijten onder de naam Gobelins. Deze waren zo bekend dat een wandtapijt de naam Gobelin meekreeg, ook als was het niet in de Koninklijke weverij gemaakt. Voor de overige meubels werd in 1667 de Manufacture royale des Meubles de la Couronne opgericht. Paleis Versailles werd ingericht door de meubelmakers, edelsmeden en mozaïekmakers die werknemers waren bij de Manufacture royale des Meubles de la Couronne. Deze fabriek maakte ook veel luxegoederen voor de export, maar toch was het belangrijkste de inrichting van Paleis Versailles.

Lodewijk XIV hing het hele paleis vol met kunst. De meeste kunstwerken worden in opdracht gemaakt voor Lodewijk XIV door de academisten, leden van de Koninklijke Academie voor de Schilder- en Beeldhouwkunst. De kunstenaars wilden tonen dat ze veel van het Griekse en Romeinse verhalengoed af wisten, ze wilden hun kennis laten zien. Zelfportretten van Lodewijk XIV moesten worden gerespecteerd door het volk alsof het de koning in eigen persoon was die ophing, bij wijze van spreken, het volk moest hun hoed afnemen, een buiging maken en zwijgen, ze mochten niet hun rug naar het schilderij toekeren, want dit zou onrespectvol zijn. Vaak werd Lodewijk XIV afgebeeld als de oppergod Jupiter of de zonnegod Apollo, dit zou ook weer het droit divin, het goddelijke van de koning benadrukken. Koning Lodewijk gebruikte de zelfportretten waarin werd verwezen naar een godheid als publiciteit, om te benadrukken hoe groots hij zelf was. Het doel van Lodewijk XIV was om duidelijk te maken hoe machtig en groots hij was.

Economisch beleid

Toen Lodewijk XIII nog minderjarig was maakten vele leden van de regering misbruik van hun macht, ze stalen geld uit de schatkist van Frankrijk waardoor Frankrijk werd opgezadeld met een hoge staatsschuld. Hiervoor had Jean-Baptiste Colbert, de minister van financiën onder Lodewijk XIV een manier ontwikkeld om de inkomsten van de overheid te vergroten, het mercantilisme.

Het mercantilisme is een manier van de regering om de handel te bevorderen, vooral om de positie van het handelende land te verbeteren. Het mercantilisme houdt in dat er meer goederen en diensten moeten worden geëxporteerd dan er goederen en diensten worden geïmporteerd. Frankrijk voerde in de 17e eeuw dit beleid uit, het was voor andere landen moeilijker om goederen te verkopen aan Frankrijk. De belangrijkste maatregel was dat er invoerrechten werden geheven om de buitenlandse handel te bemoeilijken. Het mercantilisme moest ervoor zorgen dat de staatsschuld van de vorige regering werd verminderd, de staatsschuld was ondertussen al opgelopen tot F. 110 miljoen.

Jean-Baptiste Colbert, de Minister van Financiën onder koning Lodewijk XIV ontwikkelde een speciale vorm van het mercantilisme, het colbertisme. Het colbertisme gold in Frankrijk van 1665 tot 1683 waarbij er veel aandacht werd gegeven aan de ontwikkeling van industrie en handel, er werd weinig aandacht geschonken aan de landbouw. Omdat het mercantilisme zich niet bezig hield met de boeren, voelden deze zich een beetje verwaarloosd. In Frankrijk bestond 80% van de bevolking uit boeren. Het was in de 17e eeuw zwaar voor deze mensen, omdat ze niet kregen wat ze eigenlijk wel verdienden. De boeren moesten veel belasting betalen, ondanks een slechte oogst, wat ervoor kon zorgen dat velen stierven aan een hongerdood. Van 1649 waren er drie opvolgende jaren een slechte oogst.

De boeren kwamen vaak in opstand tegen de regering of ze joegen de belastinginner het dorp uit met hooivorken. De aanleiding voor de boerenopstanden was de grote ontevredenheid, voornamelijk over de te betalen belastingen. De opstandelingen waren echter niet boos op de koning, ze dachten dat hij slechte informanten had.

Einde van Versailles als machtcentrum:

Versailles was de hoofdstad van Frankrijk en het paleis was het regeringscentrum met ministers en ambtenarenwoningen, tot 1789, toen moest Lodewijk XVI samen met de Koninklijke familie terugkeren naar Parijs in verband met het uitbreken van de Franse Revolutie. Hiermee kwam ook een einde aan de monarchie en ontstond er in Frankrijk een republiek.

zondag 24 januari 2010

Beste Ellen en Rosalie,

ik zie dat jullie aardig doorgewerkt hebben de afgelopen week. Ellen, Cybele is
zo wel aardig beschreven.
Rosalie, ik heb alle stukjes gelezen. Op zich geven ze een goed beeld van die tijd.
Nu is het nog de kunst om er een samenhangend betoog van te maken.

Dames, ik zie jullie morgen in de grote pauze: Rosalie van 12.35-12.45 en Ellen van
12.45-12.55

Tot morgen,
Magister Latinus

Drakenvijver


De drakenvijver heeft de machtigste waterstraal, van wel 26 meter hoog.

WAT STELT DE FONTEIN VOOR

In de drakenvijver is de draak Python te zien, omcirkeld door jonge Apollo's op zwanen. De jonge Apollo's hebben een pijl en boog vast.

WELK DEEL VAN HET VERHAAL IS AFGEBEELD

De draak Python werd gedood door de jonge Apollo met een pijl. De draak Python of Delphine was de bewaker van het orakel van Themis, bij de bron van Delphi. Latona was de moeder van de tweeling Apollo en Artemis, hun vader Jupiter. Dit vond Juno, de vrouw van Jupiter iet leuk en probeerde te voorkomen dat Latona beviel van de tweeling. Uiteindelijk is ze bevallen op het eiland Delos waarover de god van de zee, Neptunus een soort van waterschild overheen plaatste zodat ze veilig was van Juno. Maar ook na de geboorte heeft Juno nog een aantal pogingen ondernomen om Latona weg te werken. Juno, de oppergodin had Python ertoe aangezet om de moeder van Apollo, Latona, die zwanger was van Juno's man Zeus te volgen en haar te doden. Maar Python wist dat ze door een kind van Leto gedood zou worden vanwege het orakel. Nadat Apollo was geboren op het eiland Delos nam hij wraak voor zijn moeder en doodde Python met een pijl. Door Python te doden kreeg hij het orakel van Delphi in handen.

WAAROM DAAR

De fontein beeld een moment uit de jeugd van Apollo uit, waarop hij laat zien hoe machtig hij als jongeling was. Koning Lodewijk heeft dit moment gekozen om een verwijzing naar zichzelf te maken, hij kwam als jongeling aan de macht.

45 min.

De fonteinen zijn allemaal van het materiaal lood gemaakt, in totaal zijn er 99 fonteinen te vinden in de tuinen van Versailles.

De Saturnusvijver is gemaakt door François Girardon

Flora vijver is gebeeldhouwd door Jean-Baptiste Tuby

Ceres vijver is ontworpen door Charles Le Brun maar uitgevoerd door Thomas Regnaudin.


7 min

Neptunusvijver


Neptunusvijver: 1679-1681 door André Le Nôtre.

WAT STELT DE FONTEIN VOOR

Bij de Neptunusvijver zijn vier zeegoden afgebeeld, namelijk Neptunus en Amphitrite, Proteus en Oceanus.

WELK DEEL VAN HET VERHAAL IS AFGEBEELD

Neptunus was de god van de zee, Amphirite was zijn vrouw. Eerst wilde zij niet met Neptunus trouwen, maar Neptunus stuurde een dolfijn op haar af en deze nam haar mee. Neptunus heeft ervoor gezorgd dat de dolfijn een sterrenbeeld kreeg. Amphirite is nu de godin van de zee. Oceanus is de god van de zee, maar hij behoort tot de titanen, de andere god van de zee Neptunus hoort tot de goden van de Olympus/Pantheon. Proteus is een zeegod uit de Griekse mythologie, hij is de herder van de zeehonden van Neptunus, ook bezat hij de gave om de toekomst te voorspellen, dit deed hij echter niet graag en veranderde vaak van gedaante om dit te voorkomen.

WAAR EN WAAROM DAAR

De Neptunusvijver is afgebeeld in de tuinen van Versailles. Bij de meeste fonteinen staan de beelden centraal, omringd door water. Bij de Neptunusvijver is dit anders, de zeegoden staan afgebeeld aan de kant, ze overkijken het water.

40 min.


Politieke situatie in Frankrijk tijdens de 17e eeuw:

In Frankrijk tijdens de 17e eeuw was de koning de belangrijkste persoon van het hele land, dit was ook de persoonlijke mening van de koning. In de 17e eeuw werd er in Frankrijk geregeerd via het ancien regime. De koning was een absolutistische vorst. Koning in de 17e eeuw waren Henry V, Lodewijk XIII en Lodewijk XIV, vaak werden ze ondersteund door een kardinaal of hun moeder tot ze oud genoeg waren om zelf de macht op zich te nemen. Het volk was vaak ontevreden, maar keerde zich nooit tegen de koning, meestal dachten ze dat de koning slechte adviseurs en informanten had, de koning was een ware held in de ogen van zijn onderdanen.

15 min.

Kardinaal Richelieu:

Lodewijk nam in 1617 de macht over van zijn moeder en schoof de regeringszaken door naar zijn vriend en hertog van Luynes voor vier jaar lang. Na de dood van de hertog van Luynes, nam de kardinaal Richelieu de macht, hij zorgde voor een verzoening tussen Lodewijk XIII en zijn moeder en werkte aan een groot koninkrijk met een grote koning. In 1573 nam La Rochelle deel aan de hugenotenopstand, de hugenoten zijn franse protestanten en waren het beu dat ze hun eigen geloofsovertuigingen niet mochten uitvoeren in het katholieke Frankrijk. Richelieu maakte een akkoord met de stad Rochelle, maar wanneer Rochelle Engeland steunde tijdens de oorlog tussen Engeland en Frankrijk, legde Richelieu beslag op de stad. Na een jaar gaven de hugenoten zich over, er waren al velen van hen gestorven aan een hongersdood, de stad werd ontnomen van haar privileges en het katholicisme werd weer doorgevoerd. Door het beleg van Rochelle had Richelieu geen tijd om zich te moeien met de landelijke politiek, wel is kardinaal Richelieu de grondlegger van het absolutisme van Lodewijk XIV.

25 minuten

zaterdag 23 januari 2010

Staten-Generaal in 1614:

In de 17e eeuw werden de Staten-Generaal één keer bijeengeroepen. De leden van de Staten-Generaal werden gekozen door de geestelijken, edelen en boeren, kortom de leden werden door het volk gekozen. De Staten-Generaal bestond uit 182 leden van de Derde Stand, 132 edelen van de Tweede Stand en 150 geestelijken van de Eerste Stand. De belangrijkste klasse was de adel, deze hadden alleen maar rechten en bezaten alle ambten. Alle ministers, officieren in het leger en op de schepen waren van adel. Na de adel kwam de geestelijkheid, ook de geestelijkheid had hoge functies. De laagste klasse was de grootste en minst invloedrijke, degenen die niet tot de adel of geestelijkheid behoorde, de gewone mens. De derde stand had alleen plichten, deze hadden geen politieke macht zoals de adel en de geestelijkheid, ze moesten belastingen betalen, inkomsten afstaan aan de koning, een deel van hun oogst afstaan, extra geld betalen op zout, tabak, wijn en op de geboorte van een kind. In de vergadering had niet iedereen één stem, maar elke stand één stem. De adel en het merendeel van de geestelijken waren het met elkaar eens, dus wanneer de derde stand van mening verschilde met de eerste en tweede stand verloren ze met twee tegen één. De derde stand voelde zich achtergesteld in de standenmaatschappij. er was een voorstel van de derde stand om de koning belangrijker te maken dan de paus. De koning zelf was het wel eens met de derde stand, maar de geestelijkheid en de adel reageerden hevig op dit voorstel en het voorstel werd verworpen omdat iedere stand één stem heeft en de adel en geestelijkheid waren tegen.

half uur

ik heb nog een half uurtje gelezen in het boek over lodewijk XIV. ik heb nog een stukje tekst toegevoegd aan het stukje over het inperken van de macht van de adel (20 min) --> totaal: 50 min.

vrijdag 22 januari 2010

tijdsoverzicht

ik heb net nog een half uurtje gelezen.
Ik alles opgeteld van wat ik deze week aan pws heb besteed en ik kwam uit op 7 1/2 uur.

inperken macht edelen

Koning Lodewijk XIV had met eigen ogen gezien wat het betekende wanneer de adel in opstand kwam tegen de koning. Lodewijk XIV wilde koste wat kost zijn macht behouden en hij wilde de macht van de edelen verminderen om zichzelf en de overheid zo te beschermen. Koning Lodewijk deed dit door middel van de edelen uit te nodigen op het paleis, soms door hen te lokken met een of andere titel. Er verbleven zo’n 3.000 tot 10.000 hovelingen in Versailles. De uitgenodigde edelen namen allemaal hun personeel mee naar Versailles.

Dagen van het Appartement:

Sommige van de edelen werden toegelaten tot de koninklijke vertrekken, dit was dan een hele eer. Om alle formele zaken, zoals begroetingen te omzeilen organiseerde Lodewijk de Dagen van het Appartement. Hier konden de hovelingen drie keer per week 's avonds in het appartement zich vermaken, de koning liep er zelf ook rond. De hovelingen moesten niet meer uitleggen wie ze waren, welke titel ze bezaten, waarom ze daar waren, etc. De hovelingen werden op avonden zoals deze bezig gehouden met een buffet, een muziek of dans voorstelling, er waren speeltafels aanwezig dus ze konden ook gokken. Dit deed Lodewijk expres, want als de edelen aan het gokken waren, was de kans dat ze geld verloren erg groot waardoor ze minder machtig werden. Wanneer je als edelman werd uitgenodigd was je gedwongen om op de koninklijke gunst te reageren, anders kon je voor de rechtbank verschijnen. De adel werd dus gedwongen om te verblijven in Versailles, op dat moment verloor de adel zijn vrijheid, ze waren onder toeziend oog van de koning en de koning kreeg de adel langzamerhand achter zich.

20 min.

Benoeming ministers
Een andere manier die de koning had ondervonden om de macht van de adel in te perken was in plaats van edelen te benoemen tot ministers, benoemde hij burgers. De edelen waren al rijk genoeg van zichzelf en kregen niet uitbetaald voor het vervullen van de functie van minister. Omdat de adel niet betaald kreeg luisterden ze niet altijd naar Lodewijk XIV en de koning Lodewijk wilde alleen mensen die hem aanbaden en gehoorzaamden. Een burger die tot minster was benoemd gehoorzaamden de koning omdat hij anders zijn goed betalende baan kwijt zou raken.

tijdschema

Hier mijn tijdschema van de afgelopen week:

Venus: 1 u 10 min
Mercurius: 1 u 40 min
Diana: 2 u 00 min
Cybele: 1 u 30 min
----------- +
totaal: 6 u 20 min

groetjes Ellen

Cybele

Cybele


Wat stelt de afbeelding voor?

Het beeld stelt Cybele voor, tegenwoordig is zij beter bekend als moeder aarde. Ze is de heerseres over de natuur. Ze is te herkennen aan verschillende atributen: In haar hand houdt ze een sleutel. Hiermee opent ze in de lente de aarde en sluit ze deze weer in de herfst. Zo zorgt zij voor de wisseling van de seizoenen. Verder heeft ze ook een fluit vast. Deze heeft te maken met de verering van Cybele, waarschijnlijk heeft het te maken met het feit dat de rituele dansen ter ere van Cybele altijd met veel lawaai werden opgevoerd.
Op haar hoofd draagt Cybele een kroon in de vorm van een muur met torens, om aan te geven dat zij de beschermster van de steden is.
Naast Cybele zijn 2 leeuwen afgebeeld. Volgens de verhalen uit de oudheid rijdt Cybele in een wagen getrokken door leeuwen. Leeuwen werden in verband gebracht met Cybele om de volgende reden: Als leeuwen door het stof lopen, dan ‘vegen’ zij als het ware hun eigen voetstappen weg door met hun staart te slingeren. Zo kan niemand ontdekken waar ze gelopen hebben. Boeren hadden een soortgelijk systeem; Als zij het zaad in de gegraven voren hadden geworpen, dan maakten ze deze voren snel weer dicht zodat de vogels het zaad niet konden opeten.
Onder het beeld van Cybele bevindt zich een reliëf. Hier zie je een hoorn afgebeeld, gevuld met fruit en vruchten. Dit is de hoorn des overvloeds en deze symboliseert de welvaart.
In de bovenhoek van het reliëf zie je wederom de kroon in de vorm van een muur met torens.
Verder is er voedsel afgebeeld, zoals druiven en graan. Dit zijn de geschenken van de aarde. Ook zijn werktuigen afgebeeld waarmee de aarde werd bewerkt: een schep, een zeis en een sikkel.

Waar bevindt de afbeelding zich?

Cybele staat voor de ingang naar de weeskamer. In deze kamer zetelden de weesmeesters. Zij waren belast met de zorg voor de minderjarige wezen en zij moesten zorgen voor de goederen van deze wezen, zodat ze niet bij verkeerde personen terechtkwamen.

Waarom bevindt de afbeelding zich juist op die plek?

Cybele is de moedergodin. Zij laat zien dat zelfs de wezen nog iemand hebben, namelijk moeder aarde.

Koninklijke Academie van de Schilder- en beeldhouwkunst

De Koninklijke Academie van Schilder- en beeldhouwkunst is opgericht onder de moeder van koning Lodewijk XIV, Anna van Oostenrijk in 1648 door een groep schilders met onder andere Philippe de Champaige, Sebastien Bourdon en Charles Le Brun. Het doel van de academie was de invloed van de kunstenaars die niet behoorden tot het Sint Lucasgilde te vergroten. In 1663 bracht de minister van Financien en de grote regelateur onder Lodewijk XIV, Jean-Baptiste Colbert de kunstenaars van de academie onder staatscontrole. Hij benoemde Charles Le Brun, tot directeur, hij was onder andere ook de baas in de Gobelin-fabriek. Maar Charles Le Brun was vooral de favoriete schilder van koning Lodewijk XIV. De favoriete beeldhouwer van de koning was Jean-Baptiste Tuby, hij heeft vele beelden en fonteinen in de tuinen van Versailles ontworpen en geproduceerd.

20 minuten

donderdag 21 januari 2010

afgelopen dinsdag hadden we pws bespreking met de begeleider van 5 minuutjes (voor het geval we deze vergeten mee te nemen in ons overzicht)

Mercuriuszaal


Plafondschildering in de Mercuriuszaal is geschilderd door Jean-Baptiste de Champaigne.

WAT STELT DE AFBEELDING VOOR

De god Mercurius is de god van de handel, het reizen en de bode van de goden. Zijn attributen Zijn vooral dingen die snelheid aangeven zoals gevleugelde sandalen, een gevleugende helm en een gevleugelde staf waar rondom slangen zitten gekronkeld en een zak met geld. Het dier dat bij Mercurius hoort is een haan, maar ook de geit. Mercurius is de listigste en sluwste god van de berg Olympus en is daarom ook de god van de dieven en de leugenaars. Daarnaast begeleid hij ook nog de zielen in het koninkrijk der doden.

WELK DEEL VAN HET VERHAAL IS AFGEBEELD

Mercurius zit op zijn strijdwagen en wordt voortgetrokken door twee hanen. De haan staat voor waakzaamheid,

De staf met de twee slangen van Mercurius: Apollo zou zijn gouden staf hebben geruild met Mercurius tegen een gouden lier, wanneer Mercurius twee vechtende slangen wilde scheiden van elkaar zouden deze zich hebben opgerold rond de stok. Op het schilderij zie je onderaan ook twee engeltjes die een gouden lier vasthouden. Misschien is dit de reden waarom de Apollozaal dezelfde functie had als de Mercuriuszaal (?)

WAAR IS DE AFBEELDING AFGEBEELD

Op het plafond in het midden van de Mercuriuszaal. De Mercuriuszaal stond het beroemde zilveren meubilair, de mercuriuszaal was net als de apollozaal een statiekamer. Vroeger werd de mercuriuszaal gebruikt als slaapkamer. In de statiezaal worden natuurlijk vele belangrijke mensen ontvangen door de koning.


Ik ben nog niet klaar met deze god, maar ik heb er wel al een uur aan besteed.

Latonavijver



Latona Vijver - Balthazar Marsy in 1689

WAT STELT DE AFBEELDING VOOR

Fontijn van Latona, hier is de godin Latona afgebeeld met de boze boeren die langzamerhand in kikkers veranderen. De godin Latona is een dochter van de Titanen, moeder van Apollo en Artemis en godin van het moederschap en beschermvrouw van de kinderen. Latona staat afgebeeld met haar tweeling, Apollo en Artemis.

WELK DEEL VAN HET VERHAAL

Latona was de moeder van de tweeling Apollo en Artemis, hun vader Jupiter. Dit vond Juno, de vrouw van Jupiter iet leuk en probeerde te voorkomen dat Latona beviel van de tweeling. Uiteindelijk is ze bevallen op het eiland Delos waarover de god van de zee, Neptunus een soort van waterschild overheen plaatste zodat ze veilig was van Juno. Maar ook na de geboorte heeft Juno nog een aantal pogingen ondernomen om Latona weg te werken. Toen Latona van het eiland Delos moest vluchten voor Juno met haar twee kinderen kwam ze op het land van Lycie. Latona was vermoeid door de lange reis en uitgedroogd van de hitte, toen zag ze toevallig een poeltje met ondiep water in de vallei. Latona wilde graag wat water drinken uit dit poeltje, maar de boeren van wie de akkers waren verboden dat, ze mocht niet uit het poeltje drinken van hen. Maar Latona zei: “Het water is toch van iedereen, waarom doen jullie dit? En smeekte de boeren om haar een beetje water te laten drinken. Maar de boeren gaven niet in en Latona mocht niet uit het poeltje water drinken, ze verjoegen Latona en vervuilden het water alleen maar om Latona dwars te zitten. Het water zag troebel van de modder omdat de boeren boos aan het springen waren. Latona werd zo woedend en wenste dat de boeren voor eeuwig in de vijver leefden, deze wens werd vervuld door de oppergod en vader van haar twee kinderen Jupiter. Hij veranderden de boze boeren in kwakende kikkers.

WAAR IS DE FONTEIN EN WAAROM DAAR

De Vijver van Latona is aan de westkant van het paleis te vinden, wanneer je de Koninklijke laan en het groene tapijt overloopt kom je aan bij de Apollo vijver, de vijver vernoemd naar haar zoon. Vroeger keek het beeld van Latona richting het paleis, nu richting het westen naar de Apollo vijver

(een uurtje)

woensdag 20 januari 2010

Beste Ellen en Rosalie,

ik heb jullie stukjes gelezen.
Ellen, voor je uitwerking van Diana: in orde. Ik ben ook benieuwd naar de betekenis
van de fakkel.

Rosalie: dit is een aardig stukje over de omgang van het volk met zijn heerser.
Let alleen nog even op spel- en schrijffouten.

Groeten van jullie magister latinus
KUNST

Lodewijk XIV gebruikte de kunst om zijn grip op het land te versterken met behulp van de classicistische barok, deze stijl werd ook wel Style Louix XIV genoemd, vernoemd naar de opdrachtgever, Lodewijk XIV. Het hof van Versailles werd op gebied van toneel, dans en opera het culturele hart van europa. Kunstwerken dienden ervoor om de goddelijke status van Lodewijk XIV te bevestigen en zijn aanwezigheid over het land te verspreiden. Lodewijk richtte Koninklijke academies op, waarmee hij de kunst professionaliseerde en ook voor de staat controleerbaar maakte. Het was voor Lodewijk XIV belangrijk dat hij de kunst kon controleren, zodat er geen inconventionele ideeen verspreidt konden worden via de kunst die hem de macht zouden kunnen belemmeren. Lodewijk XIV hing het hele paleis vol met kunst.

Zelfportretten van Lodewijk XIV moesten worden gerespecteerd door het volk alsof het de koning in eigen persoon was die ophing, bij wijze van spreken, het volk moest hun houd afnemen, een buiging maken en zwijgen, ze mochten niet hun rug naar het schilderij toekeren, want dit zou onrespectvol zijn. Vaak werd Lodewijk XIV afgebeeld als de oppergod Jupiter of de zonnegod Apollo, dit zou ook weer het droit divin, het goddelijke van de koning benadrukken. Koning Lodewijk gebruikte de zelfportretten waarin werd verwezen naar een godheid als publiciteit voor zichzelf.


half uur

dinsdag 19 januari 2010

ondertussen heb ik bij Venus bij de reactie een vervolg geschreven dat iets dieper ingaat op de mensen die het Venusbeeld niet passend vonden.

Diana



Wat stelt de afbeelding voor?

Hier is de godin Diana gebeeldhouwd, godin van de jacht en het woud. Ze is te herkennen aan haar korte klederdracht, dat is namelijk betere kleding om mee te jagen. Ook haar wapen, de boog, is een attribuut waar je haar aan herkent.
Diana is de tweelingzus van Apollo. Zij was de eerste van de twee die geboren werd en hielp vervolgens haar moeder bij het baren van Apollo. Omdat Diana zag hoeveel pijn haar moeder leed bij de bevalling, vroeg ze aan de oppergod Jupiter toestemming om voor altijd maagd te mogen blijven. Deze toestemming krijgt ze en vanaf dan wijdt Diana haar leven aan de jacht. Ze vermijdt al het contact met mannen en is daarom vooral beschermster van de vrouw. Hierdoor wordt Diana ook geassocieerd met de maan, omdat de maancyclus samenvalt met de menstruatiecyclus. Vandaar dat Diana is afgebeeld met op haar hoofd een diadeem met een maantje erop.
Achter Diana staat een hert. Dit hert verwijst naar het verhaal over Aktaioon. Als Aktaioon op een dag door het woud loopt, ziet hij de godin Diana terwijl ze niet gekleed is. Omdat hij haar naakt gezien heeft verandert Diana hem in een hert en vervolgens wordt Akaioon gedood door zijn eigen jachthonden. Dit verhaal geeft aan hoe erg Diana het contact met mannen meed.
Aan de voeten van Diana liggen twee vissen, een kreeft en een krab. Deze verwijzen naar de jacht op zee, Amsterdam was immers een havenstad.
Onder Diana is een reliëf gebeeldhouwd met daarin jachtwerktuigen afgebeeld. Er zijn onder andere visnetten, pijlenkokers, pijlen en jachthorens te zien. Al deze dingen verduidelijken nog eens extra dat Diana de godin van de jacht is.
In haar hand houdt Diana een fakkel. Een fakkel kan verwijzen naar verschillende dingen, zoals het verspreiden van kennis, liefde of het levenslicht. In dit geval houdt Diana de fakkel naar beneden gericht, wat duidt op ongelukkige liefde (volgens het kcv-boek). Waarschijnlijk is deze fakkel hier afgebeeld om aan te geven dat Diana de godin is die eeuwig maagd zal blijven. (Ik lees net op een andere, maar minder betrouwbare site (http://paleisopdedam.web-log.nl/paleisopdedam/2006/05/index.html) dat de fakkel ook aan zou kunnen geven dat Diana de kinderen het eerste levenslicht liet zien. Dit vind ik ook een goede bewering, omdat ze ook de vrouwen bijstond bij de bevallingen. Ik zoek nog uit waar de fakkel voor staat.)

Waar bevindt de afbeelding zich?
Diana is te vinden voor de ingang naar de thesaurie. In deze kamer werden de financiën beheerd.

Waarom bevindt de afbeelding zich juist op deze plek?
Diana is de godin van de jacht, en bij jacht hoort een buit. In dit geval is de buit dus al het geld dat werd binnengebracht in de thesaurie door de rijke kooplieden die toentertijd in Amsterdam rondliepen.
Beste Ellen,

ik denk dat je het wel aardig rond hebt.Welvaart wordt ook vaak gesymboliseerd door
vruchtbaarheid. Zijn belangrijkste functie i.v.m. de plaats waar hij staat, heb je toch besproken. Alleen heeft Mercurius ook een bedriegelijke aard. Maar al te vaak
misleidt hij anderen (zie Battusverhaal en het bedrog van Apollo). Ik geloof niet dat dat hier een grote rol speelt.Ik zie hem hier toch vooral als handelsgod.

Groeten,
Magister Latinus

maandag 18 januari 2010

hoi,

Bij Venus zal ik er nog een fragmentje achteraan schrijven, dat te maken heeft met de opschudding over het beeld met daarbij ook een citaat van een dichter (geloof ik).

hieronder dus het stuk over Mercurius. Ik vind het jammer dat het maar zo weinig is, maar deze god lijkt niet al te veel spannende dingen te hebben meegemaakt, of tenminste toch geen dingen die te maken hebben met de afbeelding.
In de slingers naast Mercurius zie ik bloemen afgebeeld. volgens het kcv boek staan vruchten en bloemen symbool voor datgene wat de aarde opbrengt, en dus welvaart. Ik weet niet zo goed wat ik met deze informatie aanmoet.
Heeft iemand enig idee hoe ik de bloemetjes in het verhaaltje zou kunnen inpassen en of ze wel symbool staan voor de welvaart?

groetjes Ellen

Mercurius


Mercurius

Wat stelt de afbeelding voor?

Op de afbeelding zie je Mercurius, boodschapper van de goden en god van de handel, het verkeer en de dieven.
Hij is te herkennen aan zijn kleding. Als beschermers van de (handels)reizigers en als boodschapper van de goden draagt hij Griekse reiskleding: een korte mantel, een hoed en sandalen. De hoed en sandalen zijn voorzien van vleugels, waardoor Mercurius snel werd. Mercurius houdt een herdersstaf vast. Deze staat symbool voor handel, welvaart en vrede, maar geeft ook aan dat hij de beschermheer van herders was. Ook de bok rechts van Mercurius geeft aan dat hij een beschermer voor de herders was. Links van Mercurius staat een haan. De haan staat symbool voor waakzaamheid; als je handelt moet je erg waakzaam zijn.
Ook is Mercurius in het bezit van een geldbuidel, nog een duidelijk symbool dat verwijst naar handel en welvaart.

Waar bevindt de afbeelding zich?

Mercurius staat afgebeeld bij de trappen naar de wisselbank.

Waarom bevindt de afbeelding zich juist op die plek?

Als god van de handel past Mercurius natuurlijk uitstekend bij vele geldzaken. In de wisselkamer konden handelaars hun geld omwisselen in een andere valuta. Ook hier dient de goddelijke afbeelding dus weer als wegwijzer, ditmaal naar de wisselkamer.
Beste Ellen en Rosalie,

ik zie jullie graag weer morgen in de grote pauze.
Ellen, ik heb jouw Venus-stuk bekeken. Het ziet er goed uit. Let alleen bij de definitieve versie op spelfouten (b.v. Grieks i.p.v. grieks). Alleen schrijf je
aan het eind dat dit beeld op die plaats voor opschudding zorgde. Vertel daar eens
wat meer over: bij wie, wanneer, waarom?

Rosalie: je hebt een aantal fonteinen in de tuin beschreven. Betekent dat dat je
klaar bent met het gebouw zelf? Daar valt volgens mij toch nog meer te doen?
Of was het even een zijspoor? Aan de 4 seizoenen valt niet veel meer toe te voegen,
behalve dat je beschrijft, wie de maker was, welk materiaal er is gebruikt.Het verhaal van Saturnu behoeft meer toelichting:>>> overleg met Ellen over haar Saturnus. De Heliosfontein of Apollofontein is natuurlijk veel interessanter.
Zie mijn opmerking bij het plafondfresco.Nu je met de fonteinen bezig bent,
neem dan ook de Latona-fontein erbij.
Wat betreft de 3 musketiers: aardige film, geeft een goede sfeer weer uit die tijd,
maar is mijns inziens alleen bruikbaar als geromanticeerde film en niet als bron.

Tot morgen

zondag 17 januari 2010

Venus


Venus/Aphrodite

Wat stelt de afbeelding voor?

Afgebeeld is de godin Venus, godin van de liefde en de vrouwelijke schoonheid. Ze is te herkennen aan verschillende dingen. Ten eerste staan naast haar Cupido en Antros, de zoontjes van Venus. Cupido is goed te herkennen aan zijn pijlenkoker.
Voor Antros staat een zwaan. Volgens de verhalen werd de wagen van Venus voortgetrokken door zwanen.
Bij de voeten van Cupido ligt een dolfijn. Deze verwijst naar de geboorte van Venus uit de zee.
Aan de voeten van Venus zit een duif. Dit dier is een symbool dat bij Venus hoort.
In haar hand houdt Venus een appel. Deze appel verwijst naar het verhaal van de Trojaanse oorlog. Deze begint op een feest van de goden. Omdat de godin van de tweedracht niet is uitgenodigd, gooit ze als wraak een gouden appel tussen de andere goden. Op die appel staat het opschrift: Voor de schoonste. Uiteindelijk eisen 3 godinnen deze appel op; Hera, Athene en Aphrodite. Zeus beslist de godinnen maar naar de Trojaanse Paris moeten gaan. Deze jongeman zal moeten beslissen wie van de drie godinnen het mooist is en dus de appel krijgt. Elke godin probeert met een belofte Paris over te halen om haar te kiezen. Aphrodite belooft Paris dat hij de mooiste vrouw van de wereld krijg. Hierop kiest Paris Aphrodite als mooiste godin. Paris krijgt dan de mooiste vrouw op aarde te zien; de griekse Helene. Paris neemt haar vanuit Griekenland mee naar Troje. Dit vindt de man van Helena (koning van de Grieken) niet zo leuk en dus verklaart hij de oorlog aan Troje.
In de slingers (festoenen) naast Venus zijn schelpen afgebeeld. Ook deze verwijzen naar de geboorte van Venus uit de zee. Ook zijn er rozen afgebeeld, deze verwijzen naar de liefde. Ook is het altijd groen blijvende takje mirte verschillende malen afgebeeld. Dit takje symboliseert de eeuwig durende liefde.

Waar bevindt de afbeelding zich?

Venus staat afgebeeld voor de trappen die lijden naar het kantoor voor huwelijkse zaken. In deze kamer werden huwelijken voltrokken.

Waarom bevindt de afbeelding zich juist op die plek?

Eigenlijk is het een beetje vreemd dat Venus bij de kamer voor huwelijken staat. Zij mag dan wel bekend staan als de godin van de liefde, maar dat gaat voornamelijk om de onkuise liefde. In het griekse verhalengoed bedriegt zij haar man, de god Hefaistos, met de god Mars. (Mars en Venus zijn ook de enige godenbeelden in het paleis die elkaar aankijken.) Officieel is het de godin Hera die het huwelijk symboliseert. Waarom staat zij hier dan niet afgebeeld? Dit heeft ongetwijfeld iets te maken met het feit dat alle acht de afgebeelde goden een planeet symboliseren. Venus staat voor de planeet Venus, terwijl Hera geen planeet heeft die naar haar is vernoemd.
Toch valt er ook iets voor te zeggen dat Venus de plek voor het kantoor van huwelijkse zaken inneemt. Een voorbeeld is het verhaal van Atalante.
Atalante is een prinses die ongelooflijk hard kan rennen. Zij zegt alleen maar te willen trouwen met de man die haar kan verslaan in een wedloop. Het is nog geen enkele man gelukt om te winnen als de jonge Hippomenes op slag verliefd wordt op de mooie Atalante. Hij wil graag met haar trouwen en beslist een wedstrijd met haar aan te gaan. Voor de wedloop begint richt hij zijn smeekbede tot Venus. Deze schenkt hem drie gouden appels. Telkens als Atalante bijna Hippomenes voorbij steekt, laat hij een appel vallen. Atalante kan het niet laten de appels op te rapen en hierdoor wint Hippomenes de wedstrijd en mag hij met Atalante trouwen. Uit dit verhaal blijkt dat Venus dus wel voor het huwelijk zorgt.
Zo is het ook Venus die Europa in een droom voorspelt dat zij (Europa) de aardse gemalin van Zeus wordt. Ondanks deze verhalen is er toch veel opschudding geweest over het feit dat het Venus was die voor de kamer van de huwelijken stond.
Ik heb vanmiddag naar de film the three musketeers gekeken, dit ging over koning Lodewijk XIII en kardinaal Richelieu en natuurlijk over de beschermers van de koning de musketiers.

110 minuten

zaterdag 16 januari 2010

Flora fontein (lente)
Saturnus fontein (winter)
Ceres fontein (zomer)
Bachhus fontein (herfst)


WAT STELT DE AFBEELDING VOOR

De Bacchus fontein. Bacchus of Dyonisos, de god van de wijn, theater en de vruchtbaarheid. Hij is afgebeeld met een heleboel druiven op het plateau, deze zijn kenmerkend voor de wijn, ook hij heeft bladeren in zijn haar. De twee baby’s staan voor de vruchtbaarheid.

De Saturnus fontein. Saturnus of Kronos de vader van de oppergod Zeus en god van de landbouw. De baby’s staan voor de kinderen die hij had verslonden.

De Flora fontein. Flora, de godin van de lente en de bloemen. De godin is afgebeeld met vele bloemen op het plateau.

De Ceres fontein. Ceres of Demeter, de godin van de landbouw en vruchtbaarheid.

WELK DEEL VAN HET VERHAAL

Er wordt niet echt een verhaal uitgebeeld, de goden staan symbool voor een seizoen.

Bacchus: De mensen dachten in Griekenland dat Apollo de winter doorbracht in het noorden, dat hij daar graag was om offers aan te nemen en liederen aan te horen. Velen dachten dat, omdat de zon minder schijnt en met minder felle zonnestralen dan in de winter, aangezien Apollo ook de zonnegod is. Tijdens het midden van de zomer werd Apollo gedragen door zwanen op weg naar Delphi waar hij rijpe aren als geschenk mee nam. Apollo verdeelde zijn tijd tussen de Hyperboraiers, zij waren het volk dat in het noorden leefde waar Apollo tijdens de winters verbleef en de Grieken. Tijdens de winter dacht men dat de god Dionysus hen bezoek bracht. Dionysus is de Romeinse god Bacchus, deze staat symbool voor de herfst. De god Bacchus staat voor de tijd van de wijnoogst, deze valt altijd in de herfst.

Saturnus: Saturnus had zijn eigen kinderen op gegeten omdat Kronos trouwde met Rheia, hij wilde niet dat zijn kinderen bleven leven, omdat zijn ouders hem hadden voorspelt dat zij hem de wereldheerschappij zouden afnemen. Om dit te voorkomen at hij zijn pasgeboren kinderen op. Toen Rheia, zijn vrouw in verwachting was van Zeus, vluchtte ze en beviel ze van hem en gaf Kronos een ingewikkelde steen, hij verslond deze steen. Toen Zeus op gegroeid was bevrijdde hij zijn broers en zussen die Kronos had opgegeten, uiteindelijk kwam de voorspelling uit en Kronos werd beroofd van zijn wereldheerschappij.

Flora: Flora staat symbool voor de lente, omdat ze de godin is van de bloemen, deze beginnen te bloeien in de lente.

Ceres: Ceres had een dochter Persephone waarvan ze heel veel hield, de vader van Persephone en broer van Ceres Zeus had haar uitgehuwelijkt aan hun broer, de god van de onderwereld, Hades. Persephone is de ene helft van het jaar bij haar echtgenood Hades en de andere helft van het jaar bij haar moeder op aarde. Wanneer Persephone niet bij Ceres is, is zij erg verdrietig en regent het veel, dit is tijdens de wintermaanden. Tijdens de zomer is Ceres erg blij, want dan is ze samen met haar dochter. Daarom staat Ceres symbool voor de zomer.

WAAR IS DE FONTEIN AFGEBEELD

De fonteinen zijn afgebeeld bij de seizoenslanen. Iedere fontein staat symbool voor een seizoen.

WAAROM DAAR

De zonnegod beheerst niet alleen het verloop van de dag, maar ook die van de seizoenen.



Hier heb ik een uurtje aan gewerkt

Apollo vijver

Bassin d' Apollon - Jean Baptiste Tuby (1668-1670)

WAT STELT DE AFBEELDING VOOR
Fontein van Apollo, hier is de zonnegod Helios afgebeeld met de zonnewagen terwijl hij opstijgt uit de oceaan. De god is omringt door vier tritons en vier zeemonsters.

WELK DEEL VAN HET VERHAAL
Helios zit in zijn zonnewagen en wordt voortgetrokken door zijn vier vlammensnuivende paarden. Helios was de enige die op de brandende wagen kon blijven staan en de vurige hengsten in bedwang kon houden. Helios, was de baas van de nieuwe dag, hij rijdt met de zonnewagen door de hemel en brengt licht bij de mensen. 's Morgens stijgt hij op uit het oosten vanuit de oceaan en gaat 's avonds weer onder in de oceaan, maar dit keer in het westen. 's Nachts vaart Helios met zijn zonneboot terug naar het oosten om de volgende morgen weer op te kunnen stijgen.

WAAR IS DE FONTEIN AFGEBEELD
De Apollo vijver is afgebeeld aan de westkant van het paleis in de tuinen van Versailles. Het westen is de kant waar de zonnegod aan het einde van de dag onder gaat.

WAAROM DAAR
De Apollo vijver ligt behoorlijk centraal in de tuinen, deze is waarschijnlijk voor Lodewijk XIV het belangrijkste geweest.


40 minuten